Aanbrengen en stemmen van de snaren




Aanbrengen van de snaren


Aan het onderste einde van een snaar worden naast elkaar 2 eenvoudige knopen gelegd.
Zodoende kan de snaar, wanneer hij eenmaal onder spanning staat, niet meer uit de lus glijden, die aan de houder is bevestigd.
De snaar wordt dan aan de lus van de houder geknoopt en aan de linker of rechter kant van de kam door één van de inkepingen geleid.
Het andere uiteinde van de snaar wordt aan de hals van boven naar beneden door één van de uit repen huid gemaakte stemringen gestoken.
Men wikkelt de snaar een paar keer om deze ring, zolang tot dat hij niet meer meegeeft wanneer hij onder spanning staat.
De snaren links wikkelt men naar links, de snaren rechts naar rechts.

De laagste snaar wordt bevestigd aan de bovenste ring op de hals.
De hoogste snaar aan de onderste ring.
De overblijvende snaren worden aan de resterende ringen bevestigd.
Van de laagste snaar uit bekeken in tonaal oplopende volgorde.
Uit de rangschikking van de snaren in de inkepingen links en rechts op de kam onstaat zo tesamen de toonladder.


Stemmen van de snaren

Om een snaar lager te stemmen wordt de ring naar beneden geschoven.
Soms is het al genoeg zachtjes met de duim op de ring te drukken.
De ring kantelt dan iets, zonder echt te verschuiven.

Om een snaar hoger te stemmen wordt de ring naar boven verschoven.
Voor de bassnaren is daarvoor soms veel kracht nodig.
De kalebas moet tussen die knieen geklemd worden om zo met beide handen de ring naar boven te kunnen krijgen.
Men kann ook de snaar ook uit zijn inkeping op de kam halen,
waardoor de ring zonder spanning op de snaar verschoven kann worden.

Tussen de ringen is maar een beperkte ruimte om te schuiven.
Is er te weinig ruimte en heeft de snaar nog steeds niet de juiste stemming dan moet de snaar aangetrokken worden.
Daarvoor wordt de ring zover mogelijk naar beneden geschoven zodat de snaar losser komt te zitten.
Met de ijzeren stemspijker (of met een haaknaald) wordt dan de om de ring gewikkelde snaar lus voor lus nagetrokken.
Moet de snaar hoger gestemd worden (wat niets anders betekent dan dat de reikwijdte waarin de snaar kann uitslaan (de golf) wordt verkort,
oftewel dat de spanning op de snaar wordt vergroot) dan begint men met de binnenste lus.
Bij het lager stemmen werkt men van buiten naar binnen;
de spanning op de snaar wordt in dit geval minder oftewel de snaar kann meer uitslaan.

Door de spanning op de snaren kantelen de ringen enigszins.
Normaliter blijven de ringen zo goed op hun plaats, dat de snaren in kleinste microtonale verschillen gestemd kunnen worden.
Verschuiven de ringen toch, dan kan men de plaats van de ring op het hout met een beetje spug,
wat vochtig suiker of een beetje as van een sigaret insmeren.
De ring krijgt dan meer grip.
Helpt ook dat niet dan steekt men lucifers tussen het hout en de ring.



Kora Malinké